De “verworvenheden” van de ACOD :

In de openbare diensten werken de vakbonden onder de regeling van wat het SYNDICAAL STATUUT wordt genoemd. Kort samengevat betekent dit dat we een comité voor veiligheid en gezondheid hebben waarin leden van de directie, de arbeidsgeneesheer, een lid van de preventie- en beschermingsdienst, een beleids-vertegenwoordiger en de vertegenwoordigers van de 3 vakbonden zetelen (3 werkende en 3 plaastvervangende leden per vakbond die alle 6 mogen zetelen vermits het een gemeenschappelijk comité voor UVC Brugmann en het UKZ betreft);

Wij hebben echter geen paritair samengestelde ondernemingsraad zoals in de privésector, maar een hoger overlegcomité dat de overheid moet raadplegen vóór elke beslissing met betrekking tot de personeelsformatie, de reglementen i.v.m. arbeidsduur en –organisatie … (zoals bijvoorbeeld wijziging van uurroosters) … en een bijzonder onderhandelings-comité dat de basisreglementering betreffende het administratief statuut behandelt met inbegrip van de verlofdagen, het geldelijk statuut, de organisatie van de sociale dienst en ook de reglementaire bepalingen die deel uitmaken van de materie waarvoor het hoger overlegcomité bevoegd is.

Het Bijzonder Onderhandelingscomité behandelt, algemeen genomen, alle zaken die een financiële impact hebben. Over de beslissingen moet een protocol van akkoord of een protocol van onenigheid opgemaakt worden, maar zelfs als er een protocol van onenigheid is, mag de directie kiezen wat ze beslist, BEHALVE ALS ER EEN KRACHTSVERHOUDING IS EN DE WERKNEMERS IN BEWEGING KOMEN. Deze beide laatste comités bestaan uit de voorzitter van de raad van beheer, de algemeen directeur en de vertegenwoordigers van het directiecomité waaronder de administratief directrice, de directrice van het verpleegdepartement en de medisch directeur, een lid van de medische raad, de verantwoordelijke voor human resources … en 3 vertegenwoordigers per vakbond.

Dankzij acties en een eerder middelmatige mobilisering konden we een loonsverhoging van 3% bedingen voor de niveaus C (E en D hebben deze verhoging van 3% al gekregen in 2007). 3% is weinig vergeleken bij de 10% loonsverhoging die we gevraagd hadden gezien de levensduurte in Brussel. De Vlaamse werknemers in overheidsdienst verdienen gemiddeld 10% meer dan de Brusselaars, de Walen 14% meer. Gelijk loon voor gelijk werk ??

Wij hebben bekomen:
De overgang van E naar D voor het arbeiderspersoneel dat een beroepsopleiding heeft gevolgd (sterilisatie , farmacie … ) en een versnelde loopbaan, d.w.z. een « grote » opslag na 6 jaar i.p.v. na 9 jaar zoals dat geldt voor wie al in niveau D zat.
Na tal van vergaderingen: het afschaffen van het plafond voor de kostenvergoeding voor wie de trein neemt.
: 60 % terugbetaald van het abonnement, multipass, tramkaarten, enz… voor openbaar vervoer (NMBS ,MIVB ,De LIJN, TEC ).